0245 Ontbinding van een compagnieschap van leer en leerlooierij, die bestaan heeft van 1 september 1810 tot 15 juli 1811, waarvan op 6 november 1811 rekening is opgemaakt ter verdeling van baten en lasten, en bezittingen en schulden.

1846 Jacob Frans Steinman en Hendrik Gustaaf Frericks verklaren de compagnieschap die tussen hen bestond t.a.v. de fabriek en handel, te hebben beeindigd; er mag dus niet meer worden gehandeld onder de firmanaam.Jacob Frans Steinman zal zich bezig houden met de afwikkeling van alle zaken.

0776 De firmanten verklaren met onderling goedvinden om het compagnieschap, opgericht in 1827 tot het fabriceren van grof aardewerk onder de firmanaam van G. Rompelman en Compagnie, om hun moverende redenen te willen beeindigen.

0027 De compagnons hadden een compagnieschap tot het weven van trijpgoederen en callicots, waarin tevens Caspar Jan Gluijsteen participeerde voor zover het winst en verlies betrof. Zij verklaren onderling te zijn overeengekomen de compagnieschap op te heffen, na de zaken met de deelgenoot te hebben geregeld.De compagnieschap omvat vaste goederen, fabrieksgoederen en gereedschappen, uitstaande gelden en contanten.De totale waarde bedraagt f.18.981,98 die verdeeld wordt over beide compagnons.